-
1 decisive battle
-
2 Waterloo
n. Waterloo (dorp in België, plaats waar Napoleon zich legerde in Slag bij Waterloo en de nederlaag leed; bijnaam voor overwinnende val)[ wo:təloe:] 〈 voornamelijk enkelvoud〉♦voorbeelden: -
3 finishing stroke
eindiogende slag, beslissende slag -
4 sockdolager
n. beslissende slag, iets wat bepaalt; overredend argument; harde slag of opmerking; iets opvallends; samenvallen van twee haken die zich in elkaar sluiten met een veer als de vis bijt -
5 decisive
adj. beslist, absoluut, beslissend[ dissajsiv] 〈 decisiveness〉2 beslist ⇒ gedecideerd, zelfverzekerd♦voorbeelden: -
6 wrap up
n. gemakkelijke verkoop; ingepakte/verzegelde rotzooi; fluitje v.e. cent; (samenvatting) en conclusie; kort nieuwsoverzicht--------v. zich (warm) aankleden; zijn mond houden; verpakken; afwikkelen; in het kort weergeven; de beslissende slag slaan--------warm inkleden, warm aankleden om warm te blijven; zichzelf verpakken, inpakkenwrap up♦voorbeelden:2 wrap up! • kop dicht!II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 warm aankleden ⇒ (goed/stevig) inpakken3 afwikkelen ⇒ afronden, sluiten♦voorbeelden:wrap it up! • hou op! -
7 wrapped up
warm aangekleed; mond gehouden; verpakt; in het kort weergegeven; beslissende slag geslagen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский